De vrouw achter me vlecht mijn haar, kneedt mijn lijf tot de
juiste pose, een ander haalt me en draait de deur

achter me in het slot, weer zijn het de vrouwen die mij helpen.
Tegenover mij zit de medestander, het hoofd

glanzend, strepen make-up vanonder de brillenglazen, draaiend
tot we elkaar aankijken en ik haar vraag of het haar

eerste keer is. Haar man is gevlucht naar de parkeergarage, ze
knikt. Mijn schouders moeten zakken, ontspannen,

ik moet haar geruststellen. Later droom ik dat ik een baby voor
een publiek hooghoud, dons en een kuifje, maar

alle tekst ben vergeten, dat ik raas en tier omdat ik te laat ben,
op blote voeten, omdat een jongen nog mij probeert

te zoenen en vast te houden. De kamers te warm, regen die
tenslotte op me valt. Ik was elke vrouw vannacht.