Altijd als ik ergens te vroeg kom denk ik aan de dichter die
uren van te voren nerveus maar geduldig zat te wachten

in het hoekje van mijn atelier, braaf maar verlegen en eigenlijk
bereid weg te rennen zodra de bezoekers kwamen.

Overal kom ik te vroeg. Ik draai extra rondjes om de bewuste
afspraak, zou hem terstond willen vergeten, sla

bijna af naar huis en bedenk me wat ik nog allemaal zou kunnen
doen. Soms sta ik op een hoek en kijk welke

voorbijganger er bij de ontmoeting hoort, wie er nog meer een
wandeling toevoegt, wie er misschien mij

in de gaten heeft. Dan ga ik naar binnen, verontschuldig me,
neem alles in me op alsof ik onderzoek pleeg en

alvast de terugtocht bereken. Ik kijk wie er binnenkomen, neem
een slokje, schik mijn bloesje en schuil op het toilet.