Voor iemand voor wie boeken soms de afwezige vrienden
zijn, gesprekspartners wat aan de stille kant,

is een opmerking van een andere lezer die oprecht bezorgd
vraagt of er iets mis is hier na twee dagen

van niet verschijnen, volkomen logisch, terecht en welkom.
Daar waar familie nog niet eens elke week

de moeite neemt, liefjes het tempo niet bijhouden, derden
sowieso de weg kwijt zijn, is haar opmerkingsgave

een soort van vermogen door de regels heen te kijken en een
gat te zien dat er eergisteren nog niet was en gaten

zijn over het algemeen zorgelijk, donker en behoorlijk nat.
Nee hoor, zeg ik, maar ook, ik ben er weer

alsof die aanwezigheid voor genoeg geruststelling zorgt bij
lezer en schrijver en zo het gat zich dicht.