Soms bonst er een deur alsof er iemand achter zit opgesloten,
een kast kraakt alsof hij geopend wordt, iets

zwarts probeert zich te verstoppen en kou dringt door tot de
spleten waarboven we leven. Natuurlijk

dromen we van baby’s in onze armen en wegrennen, de weg
kwijt en tijd altijd bijna op en wakker herinneren we

ons hoe de zon over de velden scheen op het moment dat een
vader ons ontviel. In de nacht probeer ik

een foto te maken van een kever op tafel die een koprol kan,
zijn schild weggooit als een bal en een punt scoort,

in de ochtend zoek ik het recept voor een taart. Er is iemand
jarig die altijd van de slagroom snoepte alvorens.

Probeer maar eens niets te denken, niets te verzinnen. Alsof
je alleen op de geluiden kunt afgaan en het zwart.