Ergens naast de tafelpoot en bij de open deur, tussen de motoren
van een rode en blauwe held, op missie dus,

heeft ze haar plekje gevonden. Ze past nog wel onder tafel maar
moet ook de rest in de gaten houden, de zonnebloemen

buiten, de taarten op het aanrecht, de benen van het nieuwe bezoek.
S. ligt naast haar, dat je nu precies hebt gevonden wat ik

wilde, zegt hij, en L. zegt dit is wat ik bedoelde, oma. Eindelijk
iets van plastic, gebreide helden zijn niet cool.

Zo is het. Als ik volgend jaar weer jarig ben, zegt S., dan wil ik
er nog zo een. Ze komen naar boven om de

kaarsjes uit te blazen, L. kan dat niet in één keer, bij S. vliegt ook
de slagroom van de rand. Ik krijg twee stukjes.

Hoe wisten jullie dat ik dat wilde, zeg ik dan maar. De andere benen
knakken, worden halve grote mensen eerst, roepen o daar ben je!