Terwijl de vogels bijna naar binnen tuimelen, beweert hij
dat het te koud is te komen. Terwijl het zingen
buiten aanzwelt en over mijn hoofd heen antwoord krijgt,
blijft hij opvallend stil. Terwijl takjes op mijn
balkon vallen uit ijverige snavels en de gaten in de bomen
gevuld worden, groeit de ruimte om mij heen
en in mij. Nog even en we kennen hem niet meer. Hoe de
vogels heten weten we trouwens niet.
Hij zou dat op gaan zoeken in de beduimelde gids van zijn
vader, omstandig gaan uitleggen dat in een
stad als deze helemaal geen natuur zit, geen zangkwaliteiten
in wat voor vorm dan ook. Dat komt natuurlijk
omdat ik mijn mond houd. Ondertussen rukken de takken
verder op en vallen de bloesems uit elkaar.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x