Dat je weet dat je altijd alleen bent geweest en hij
dat ook zal zijn en dat dat hetgeen is wat

je bindt met sommige mensen zoals meneer P. die
twee weken geleden nog onverwachts

zong, een beetje verlegen, maar nu de reis naar de
overkant heeft gemaakt zonder afscheidslied,

bij wie niemand om de kist staat, voor wie niemand
buigt dan misschien per ongeluk mevrouw de

V. die immers in dezelfde Heer is. Haar tasje op
schoot, haar magere vingers geklemd om

de hengsels. Hij was bijna niet te verstaan, zegt ze
nog, en ik durfde niet dichter bij te komen.

Bang in hetzelfde niets te vallen dat eigenlijk toch
van iedereen is.