Terwijl Piet de mouwen opstroopt, schroeft Thea de dop
van de thermofles los en schenkt ze de koffie

in van die gezellige geruite bekertjes. Ze zijn samen op de
fiets gekomen zoals ze alles samen doen,

ja toch? Ze is nogal luid, Thea, maar iedereen lijkt dat leuk
te vinden. Naast me zit een man in een

Hawaii shirt steeds roder te worden, zijn arm defensief
vasthoudend. In een ander hoekje kruipt een

stelletje tegen het glas op om elkaar te boksen, een televisie
hangt op één beeld. Tegenover zwaait een man

met beide armen. We zitten in een tent, een weiland dat ik me
van vroeger herinner is bekleed met witte platen.

Pas op, glad, staat er bij. Thea heeft dat te laat in de gaten.
Gelukkig loopt Piet achter haar, wel zo gezellig.