Ik dacht als ik hem dood laat gaan en god weet hoe lang
ik over dat einde deed, dan droom ik nooit meer
over hem, dan is iedere nacht rustig, iedere ochtend duidelijk,
de kuil in bed gewoon een kuil. Niets zou
eenvoudiger zijn. Ik zag mezelf uitgestrekt en loom als in
een weiland met veel zon erboven, er zou
zelfs geen kind met zijn krullen erop in een hoekje staan
springen. Niets is minder waar, natuurlijk.
De ene nacht bedelt hij om een andere bestemming, de andere
zeurt hij om het paradijs, in een derde kijkt hij
alleen maar en niet eens boos maar eindeloos verdrietig. En
onduidelijk is wat ik daarbij doe. Ik vul alleen
het bed, draai hem mijn rug toe, voel toch iedere keer die
hand en dat warme en droom over velden met bloemen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x