Alles staat ingepland behalve dit stukje. Alsof we ons nog
kunnen bedenken en er tot zeven uur een

ontsnapping mogelijk is, half acht desnoods. Die is er niet.
Alleen als we de nacht elders doorbrengen,

stellen we uit, schrijven in ons hoofd, een flard soms op een
keukenpapiertje, iets dat in de broekzak blijft steken

en voor pluisjes in de was zorgt. Twee ijskoude handjes willen
mee. Een dinootje van plastic. Een dobbelsteen.

Een vliegtuigje net gebouwd van een lang en een kort lego-
deeltje. Zes herfstbladen met allemaal een

andere kleur. Die kunnen beter in je tas, zegt L. In de coupé
zit een meisje met een laptop op schoot.

De conducteur grapt dat een van hun tweeën moet werken,
toch? We draaien overuren, overal.