We doen alsof. Zwiepen de benen over de rand alsof we
een lichtstreep zien en weten hoe we moeten
lopen. De temperatuur aangenaam, de voeten niet koud
en kletsend. De muur niet hard en schurend,
de ruimte een meegevend iets, we zouden ook hier gewoon
verder kunnen slapen. Binnen en buiten
is hetzelfde. Zwart huist overal. Als er een dier zou zijn,
zouden we het niet vinden. Na uren eerst
knippert er een lampje. Een stem zegt ‘toe nou’ en sleept
een lange lijn mee. Iets botst tegen
het hek beneden. Een auto start maar blijft op dezelfde hoek.
Er is een echte streep licht. We doen nog steeds
alsof. In het echt zijn we bloot. Maken we een regel of twee
van niets. Zwart wijkt langzaam.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x