In de nacht houdt hij haar hand. Je zult maar bang worden van
iets. Je zult maar denken dat er niemand ligt, daar
naast je, opnieuw alleen wakker worden en niet per se in de
ochtend. Schrille geluiden horen door de deurspleet.
Takken tegen het raam horen. Niets zien dan het zwart. Je knijpt
in haar vingers. Je noemt haar familie, een
zusje is het dichtstbij. Je zegt nooit vrouw omdat je niet in bezit
gelooft. Lief is voor watjes. De buurvrouw drie
hoog achter lag er al. Een vriendin kan. Een toevoeging als ‘uit
de provincie’ voldoet. Het is trouwens niet overal
zwart. Zij geeft een beetje licht. En als je je ogen half dichtknijpt
komen er sterretjes, ook ’s nachts. Tegen de tijd
dat je vingers krampen dommel je weg. Met lege handen droom
je. In de ochtend is er alleen dat.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x