Ze is gelukkig, beweert hij. Ze kijkt de hele dag televisie,
haar benen op het salontafeltje, de koektrommel

op schoot. Ze staat alleen op voor de thuiszorg die dagelijks
checkt of ze er nog is, de kapster die nu iets

roods probeert en het neefje dat de boodschappen brengt.
Geen bederfelijke waar. En ze staat op een

wachtlijst. We knikken. Zelf gaat hij binnenkort met pensioen
en dan in de camper op reis, hij kan dus echt niet

dan ook nog langs A. Terwijl hij doorloopt, in de ene hand
haar vuilniszakje, in de andere zijn sleutels

waaraan een roze tijger bungelt, roept hij ‘Hou je goed’.
Waarschijnlijk zegt hij dat ook tegen haar.

Diezelfde avond zorgt de magnetronmaaltijd voor problemen
en blijven alleen haar benen rustig liggen.