Oma, zegt S., is jouw pappa al lang dood? En ik ga tellen,
vingers in de lucht, maar daar heeft zo’n kind niets

aan, veertien jaar is gisteren en in ieder geval niet morgen
en lang voor zijn tijd. Ik denk aan het gemis dat

volgt maar daarna legt hij me uit dat een Open Lucht museum
hetzelfde is als een museum maar dan zonder

muren dus is het alsof mijn vader opgebaard ligt in het weiland
van zijn keuze, er een molen draait en melk

in geboende emmers net over de rand gulpt. Dat komt omdat
ik tegelijkertijd met hoge arm melk in de bakjes

cornflakes giet en zij roepen dat die niet kunnen zwemmen,
kijk die bubbels nu eens, en gillen van pret, dat

je dus eigenlijk van gisteren meteen weer bij vandaag bent. Ik
zie mijn vader grijnzen aan de overkant van de tafel.