Wat blijft is een dof gevoel, een langzaam optrekken
van kou, het uitblijven van een tinteling, iets
als te lang met je handen in de lucht zitten, eenzelfde
houding, een kromgebogen niets.
Alsof je wacht op de volgende, niet kunt wegrennen
van een ramp, de plek des onheils met
linten afgezet trekt onvermijdelijk aan, de weg loopt
recht af. Soms haal je een hand terug,
verzet een been, recht je rug, komt overeind, een figuur
uit een strip die een gloeiend rondje draagt
op de plaats van zijn hart, een knipperlichtje. Je bent je
bewust van een houterige beweging, prikt
met een vinger die ene plek door, het vloeit uit tot een
stroperige gifgroene massa waaraan je je kleeft.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x