Stilaan gaan we iemand en iets missen. Een kat die zich oprolt
in je schoot, bij elk te openen blikje

reageert, speels uithaalt als je langsloopt of met een sprong
iets voor je vangt. Een kind die nog een vraag

stelt en met de tong uit zijn mond je een briefje schrijft. Het
geld onder de fruitschaal van een bezorgde

minnaar. Het getoeter van je vaders auto bij elk vertrek terwijl
hij nog zo gezegd had niet te zullen claxonneren.

Het verstoppen van paaseieren. Het uitleggen dat er geen Haas
is. De melodie van de mooiste psalm. De kleur haar

van hem. Een zusje waarvan je de arm moet kriebelen tot ze
in slaap valt. De duim in je mond. Het

koude van een laken dat buiten droogt terwijl het vriest. Het
hooi van een zomer. Het hek open. Toch het haasje.