Eentje zal als eerste gaan, onaangekondigd of niet, en wij zullen
ons geen raad weten. We lijken best op

elkaar, zegt de tweede, en we grinniken wat, niemand spreekt het
tegen maar ook niemand beaamt het. Een

kwestie van opvoeding, menen we stilletjes, of genen, of plek van
geboorte, vrij land, we kijken naar buiten, de

storm zwelt aan, binnen zitten we veilig, voorlopig. De derde praat
over haar eigen kinderen en hoe die gelijken,

twee van de drie tenminste, en de vierde probeert de naam van de
boom tegenover te duiden. De eerste gaat

door over het kapotte keukenonderdeel en hoe dat te vervangen
en de aangeschoven partners, sportief veelal,

hebben het over schaatsen en diepdonker water waar je tot de bodem
doorheen kunt kijken. Daar wel.