Heeft u dat boek nu al, vraagt mevrouw de B., dat op uw verlanglijstje
stond? Met daarin dat briefje dat hij

dood is? Bijna, zeg ik. We hebben de Kerstman nog, zegt de heer P.
maar dat maakt haar narrig. Alsof iemand, snuift ze,

met een christelijke statuur een beetje met giften gaat strooien. De heer
P. blijft glunderen maar wil eigenlijk uitleggen dat

een en ander niets met het christendom te maken heeft, alleen maar met
geloven. Een beetje zoals ik dicht achter een

vader aanschuif die bij de kassa zijn chocoladeletters telt en hardop de
gezinsleden noemt om te kijken of zijn alfabet

klopt en hoop dat hij de A. noemt. Of met ogen dicht tussen de kerstbomen
en de marktkoopman sta en alleen de geur

geniet en bijna de sneeuw zie vallen die alles nog mooier maakt. Het is
toch niet voor te stellen, zegt mevrouw de B., dat hij sprong?