Op een gegeven moment is de tijd op. Er verschijnt een in
zijn handen klappende meester op de stoep van

het grijze schoolgebouw en je propt je in de keurige lijn
die zich op het plein vormt en loopt naar

binnen. Zijn handen raken je in het voorbijgaan niet aan.
Gelukkig mag je weer iets leren, hoef je niet

met benen wijd knikkers op te vangen, voorovergebogen
handen in je rug te voelen en op je beurt te

springen, gelukkig hoef je niet nogmaals het slingerend
touw te ontwijken, achter die deur is het altijd

veiliger voor jou. Toch zou je nu de steeg in willen schieten,
achterop de fiets bij de grootste pestkop desnoods,

gaten willen vallen in je knieën om alleen maar te ontkomen
aan die markering in dat stukje tijd.