Ook deze vrouw eet haar puntjes taart half bevroren op, al zet
zij het schoteltje op de kachel eerst, naast het

restje rode kool, ook zij noteert alles nauwgezet, ze houdt de
buren in de gaten, de aanbiedingen in de super,

de kinderen, verspreid over de wereld. Het verschil is dat ze
de voetbaluitslagen bewaart, briefjes van de lotto,

alle rekeningen en het bewijsje dat de schoorsteenveger is
geweest. Ook schrijft ze instructies voor haarzelf

en legt die bovenop het zomergoed op zolder of in de la van
haar dressoir zoals ze zichzelf toespreekt met

Franse woordjes als ‘chapeau’ en dan haar naam erachter en
een uitroepteken. Ze is alleen niet van nu, de

veters die door haar dagboekbladen gaan, de bruine uit haar
wandelschoenen, te kort om te strikken en te hard.