Mijn moeder gooit een tas op tafel, een reuze grote leren enveloppe
en loopt lachend weg, niet meteen kijken wat er in zit,
denk ik nog, eerst het gesprek afmaken maar er is niemand tegen wie
ik praat. Het is een nacht waarin ik me verdedig,
al luistert er niemand Het gaat heus niet altijd over jou, zeg ik, maar
je hebt gelijk me niet op mijn woord te geloven.
Ik droom echt niet altijd. De reden dat het leven zo snel gaat, zegt
een ander familielid, is de herhaling; als je nu eens een
verre reis ging maken, zou dat alles vertragen. Vervolgens boek ik
een hotel op een eiland dat ik nooit bereik.
Een merkwaardig licht de volgende morgen. Een bouwlamp op een
weiland, een plastic lint om het project. In de enveloppe
zit natuurlijk niets, daarvoor is hij te plat. Als ik hem optil, sleept hij
over de grond met me mee. Reuze onhandig, denk ik nog.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x