Te laat komen, willen opbellen en me verontschuldigen, het
nummer niet kunnen intoetsen, in kringetjes

rondlopen, me willen verklaren, niet gehoord worden, dat soort
zinloze paniek middenin een warme nacht, met

sokken aan slapen. Alles begint met een echte afspraak die in
dromen terugkomt, een verplichting waar we niet

van houden, zorgen die we niet delen maar voor onszelf bewaren,
alles begint overdag. Daar eindigt het, gesmoord in

nachtelijk onheil, de voeten te warm, dwalend door gangen die
nergens naar toe gaan. We komen langs een redacteur

die vreselijk streng is, een kind dat afgeleid een spelletje speelt,
iemand die blind is en gezichten wil voelen en dan heel

hard gaat lachen en we zijn beslist nooit meer op tijd. In de ochtend
evenwel zijn we de eerste terwijl niemand ons gemist heeft.