Omdat S.(8) in zijn eigen wereld zit want zoals zijn voorvader
leest en alles om zich heen vergeet, zoals zijn ooms en

zijn mamma zich concentreert op dat boek in zijn schoot, praat
L.(6) voor ons allemaal. Het is het leven, zegt hij,

en dat is voor de smoothie waar zes druifjes, een handje bessen,
een klein (klein, zei ik) scheutje melk in verdwijnt,

een lepel havermout, en na mijn kopje koffie, Maria en de baby
Jezus getekend op de koelkastdeur en de conclusie

dat hij niet gelooft in die man die zand in je ogen strooit, en weet
ik dat hele goede grapje over die papegaai? Maar

ik weet nog niets, niets van het leven eigenlijk, alles van mijn
eigen wereld maar niets van de rest, alleen dat het zo

warm is met twee jongetjes in mijn leven, dan zingt hij over Kerst
en kaarsjes en dat Jezus aan het kruis hing, later hoor.