Er is een droom waarin de route gevolgd wordt van stad naar
geboortedorp, fietsend en in het donker, een lus
waarin niet gestopt wordt. Er moet iets bezorgd worden maar
wat, bij wie. Een dichter zegt dat ik op het konijn moet
letten onderweg maar hee, het is donker, ook dat ik moet afstappen
maar hee, het is donker, ik zie alleen het flitsen
van de lamp voor me, damp van de regen. Misschien komt het
door het schommelend achterlichtje van mijn broertje
dat ik nakijk tot ver nadat hij aan mijn tafel at. Voortdurend wakker
blijf ik zo toch in beweging. Dat we elkaar maar altijd
mogen geruststellen, een appje bij thuiskomst, een kadootje nog
in de rechterjaszak. L. (6) schrijft het keurig zoals het
hoort, cadeautje, en dan aan elkaar met een krul. Voorkeur, zeg
ik. Dan sta ik al in de tuin van mijn mamma en rinkel met mijn bel.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x