Hij is veilig, meldt hij en zelfs mijn sleutel, die aan dat
rode lintje, zit nog in zijn portemonnee, hij

kan alleen niet thuiskomen. Dat doet hij al jaren niet. Het
piepje is korter dan welke reis ook, maar het

verlicht het schermpje terwijl de nacht nog donker is en
dat geeft een veilig gevoel, tijdelijk dan. Voor mij

dan. Iets terugzeggen heeft geen zin, vragen als sinds
wanneer (dat veilig zijn) en of hij zijn auto nog

terug kan vinden (altijd op een hoek) en of zij nog bestaat
(natuurlijk) of iets doms als ‘ik ook’ (dat veilig

zijn) blijven hangen maar ik lees hem en hij ziet dat ik hem
lees. Vroeger volgde nog wel eens een foto of

twee, iets vaags als een blote voet of ander onderdeel, maar
iets van een noodsituatie redt hem van deze verplichting.