Dat moment waarop de vingers zich haken, de ene hand
zich klemt in de ander, je de huid voelt die zich

spant en trekt, iedere plooi, ieder heuveltje, iedere ader,
ruwe plekken en zachte landingen, adem

in je hals, daar begint het mee. Dat net niet helemaal je
overgeven, je bewust blijven van elk effect,

tussen je wimpers kijken, spelen met schaduwen, de tijd
nog tellen en hoe de afloop zal zijn want het stopt

ook weer. Even in het tussenland verkeren, de ruimte met
de extra uitgang, hartjes van stof op de vloer,

extra voorraden in de kast. Dat genieten omdat je weet dat
het eindigt. Fluisteren terwijl je stem al zacht is,

je mond open voor meer, je oren behangen met zilver, het
neervallen van alle zorgen, voor even.