Altijd rekent iemand op iets. Dat ik mijn leesbril meeheb
zodat ik alle monsters uit het nieuwe boek van S.

kan onderscheiden en tussendoor hem weer neerleg om de
kriebels van L. te beantwoorden, die steevast

het brillendoekje op mijn hoofd drapeert, dat ik weet hoe
ik supercalifragilisticexpialidocious moet

schrijven omdat ze dat net kunnen uitspreken, de een wat
sneller dan de ander, dat ik de patatjes steel die

koud geworden ook nog lekker zijn, dat alles lukt gewoon
omdat ik dat zeg, dat ik met ogen dicht toch nog

hen zie, dat er kadootjes liggen in de la van het zwarte tafeltje
die ze mogen pakken als ik nog wat

werken moet, dat dit mijn voorkeursspelling is, dat ik alles
opschrijf (omdat ik misschien wel helemaal nergens op

rekende.)