Onvoorbereid. De stilte tussen twee buien in dreigender dan de slag
zelf, ingespannen turen met de hand voor ogen en de
vingers in de oren, met dichte ogen naar het toilet, dat lijkt toch op
gewaarschuwd zijn, maatregelen treffen, en toch.
Zoals laatst een vuurwerkknal onder het grote raam, een startende
auto alsof er iemand wegrent, iemand die aanbelt maar
nooit bij de juiste persoon. En elke keer verzinnen we een poging tot
vluchten, overleven, doorgaan, onzichtbaar zijn.
Dat laatste lijkt het meest zeker, we verschuilen ons, niemand telt
tot tien. We zijn heel klein en kruipen door de gaten,
we rollen onszelf op en verder, we maken geen geluid. Dit keer vallen
we zelfs opnieuw in slaap. Het licht lijkt te komen van
een heel grote bal, er is geen flits, we kijken even door onze wimpers,
we voelen aan de muren of we nog bestaan, we zuchten.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x