Het lezen van een datum is als een klap in het gezicht. Meestal
grinniken we, slaan een kruisje, worden verlegen en

krijgen heimwee, een onwennig gevoel in onze eigen chronologie.
Dit keer benadrukt het opeens dat jarenlange uitstel,

dat talmen en keren, dat verspillen van erfgoed en tijd, het verlies
van waarde en winst, dat op de verkeerde punten

focussen, kortom, het zinloze. Niets groeicurve of rijpheid, niets
zorgvuldigheid en intensiteit. Vol ongeloof

worden we aan de haren naar een plek gesleept, zwarte letters op
een geel front, scherven van een botsing, een deuk nog

in het hek, een knipperend licht nadat de beesten zijn ontkomen,
bukken we om een vinger in te verf te dopen alsof

we aan bloed proeven of het nog warm is, in de berm ligt wellicht
nog wat bagage die we niet eens eerder gemist hebben.