Het zijn maar gedachten, zegt een heldere en vrolijke jongen
op het scherm, en die zijn van uzelf en die kunt u

uitschakelen maar ondanks zijn voortvarende aanpak zitten
ze nog steeds in dit hoofd. Wacht maar, zegt

een ander, een vrouw op leeftijd dit keer en lang zo vrolijk niet,
tot je oud wordt en hoewel we al halverwege zijn,

geloven we haar net zo min als dat achterneefje op het scherm.
Het is van hetzelfde als straks gelukkig worden

maar dan omgekeerd, sparen voor later, adem inhouden voor
dat hartje op de beslagen ruit, als we eerst maar

slank zijn en in de buurt van A. en die bundel hebben en die
duizendste lezer, het geloof in heel goede

tijden of onze moeder terug, die prachtige maar te dure laarsjes
en een lichtvoetigheid die onze haren doet dansen.