Mannen in bed vertragen de besluitvorming. Zoals herinneringen
ons tegenhouden, ingevuld worden door een aarzelend

brein. Ook hun afwezigheid doet dat. We willen uitstel, we nemen
het. Het zijn details in dromen waarover we struikelen.

Een man in een rood regenpak staat op de stoep, we kennen geen
man in regenpak, even later zit hij in een bootje en

zwaait er een baby naast hem die een pop in zijn armpjes wiegt.
We kunnen alleen maar denken dat ze alle drie

verdrinken. Zo’n regenpak zuigt zich naar de bodem en we weten
nu al dat die man niet reddend zwemmen kan. Gewoon

omdat hij daar niet aan denkt. We durven niet meer in bad daarna.
De ramen zijn nat, uit mijn vingers drupt stroop of

honing van een verkeerde kleur. Alles kleeft aan elkaar, onmogelijk
iets anders te verzinnen dan een onbegrijpelijk vers.