In de ene droom het goudkleurige pakje Roxy Dual Filter en
de buurman die de voorraden verkoopt vanuit zijn

huis, in de ander roepend ‘mamma, mamma’ en dan mijn drie
peuters tevoorschijn zien komend alsof ik het kind

was, een nacht later, misschien, gebukt over mijn oude straat,
kervend met een stanleymes in alle herfstbladeren

die daar liggen en dan weer door de voordeur naar binnen. De
scherpe lijnen die het mes trekt als kunst

beschouwen. Opstaan en denken dat er nog een half stuk taart
in de koelkast staat maar dat al opgegeten te hebben.

Een piepje horen maar nergens een knipperend lichtje, voer
voor nog meer verzinsels. Alsof ik ’s nachts mijn

brood smeer voor onderweg, gemaakt van herinnering en het
toekomstbeeld: dwalend door deze nachtelijke wereld.