Omdat de heer B. Jan is en mevrouw H. Joke, noemen we opeens
iedereen bij de voornaam, de anonimiteit is al

eerder opgeheven, er zijn handen op schouders en kopjes die we
omhoog houden tot neushoogte en daarom denken ze

dat we tegelijkertijd het pilletje onder de tong kunnen leggen of
het been omhoog op tafel en ook weten wat er verder

aan scheelt en hoe dat te verhelpen is, niet met een goed verhaal
of een vriendelijk knikje maar stapsgewijs en met

medicijnen rammelend in fasen, kleur bij de dag, dat we ook de
zon kunnen toveren of een havermoutkoekje met

de juiste geur, iets groters mag, en dat we meelopen tot in de kamers
waar we dan kunnen blijven en de tekenen zien

aan de wand en dan meedoen in deze optocht naar het einde die
Theo gisteren voordeed, de heer K. ging voorop.