Schaterend doet ze haar betoog. Alles beweegt met haar
mee. En ze is niet alleen, ze zit in een overvolle

trein en neemt de ruimte. Terwijl ik mijn adem inhoud en
met armen, tas en mezelf klemzit tussen de rest en

eigenlijk een beetje bang word van haar enthousiasme
omdat niet duidelijk is vanwaar die komt.

Er zijn boze gezichten met koptelefoons langszij, koppels
in overleg, onverstoorbare eenlingen, snelle

jongens met een laptop op een centimeter tafeltje, meisjes
met twijfels en in een verkeerde broek, halve

stokbroden met vallend beleg en ergens achterin een baby
die het allerliefst wil krijsen. Ik weet het, zegt

de conducteur, we zitten als sardines in een blikje maar
nog even volhouden, we komen op tijd. Hij kan het ook

in het Engels.