Misschien is het verstoppen onder tafel, dat de kinderen doen
voordat hun pappa hen komt halen en ons spel dat

ze misschien nu ergens anders logeren of al thuis zijn want wat
is het stil, rondkijkend en een beetje verbaasd doen, wel

hetzelfde als mijn verschuilen onder de bessenstruiken van
vroeger en het tot tien tellen van de verschillende

familieleden of het gebruikelijke platliggen op de vloer van de
bus die terugkomt van een schoolreisje. Onder de

struiken bleef ik doodstil, vergat allang dat ik weg was, terwijl
S. en L. giechelen en botsen tegen de stoelpoten,

dat is het verschil, en ook de klasgenootjes van vroeger sprongen
bij de bocht omhoog, hun ouders niet langer bezorgd

en de chauffeur met de grootste grijns. Wij drinken koffie terwijl
onze voeten voelen of ze op iets zachts stuiten.