Al voordat ze er was, schreef ik dat ze een lichtstip op open
zee was en toen ze er was, hield ik een tijd mijn mond.

Vervuld van het verlangen dat speelde toen ik klein was, de
roze bril droeg en mijn poppen huizen van karton

gaf en mini truitjes met een blokpatroontje. Vervuld van iets
dat ik niet kende maar zeker zo heel anders zou

doen dan mijn voorgangster, de ultieme toenaderingspoging,
het uiteindelijk goedmaken, vredestichter en

warmtebron, verbinder en oplossing, dromer en zo vreselijk
lief. Ze zou voor me uit hollen en de wegen effenen.

Er was een dagelijks gebed, een overgave, een keurige jurk,
niet helemaal wit, een gaatje in mijn pols,

goud aan mijn hand en daar was zij uiteindelijk. En ze rende
en vloog en keek om waar ik bleef, mijn geleide.

 

mijn meisje, 37 vandaag!