Soms spreek je met jezelf af zo ongeveer halverwege in
lachen uit te barsten, een samenvatting te maken,

op het juiste moment op te kijken, te knipogen, tong uit
te steken of die ene traan langs je neus te

laten gaan en hardop drie eerdere gedichten bij de tafel
voor te dragen. Er zijn tijden geweest waarop

je in bad je halve levensgeschiedenis opzei en wegdook
in het schuim of de hitte, heel soms zeg je op

de fiets nog eens een regel of twee, je durft dat alleen te
fluisteren, en natuurlijk antwoord je op iedere

vraag. De behoefte aan overzicht, chronologie, orde en
duidelijkheid, bedoeling, mening, inzicht,

betekenis. Een beetje zoals dat gebed dat je nog wel eens
herhaalt en waaruit je niemand weglaat.