Het is een trage verzameling toeristen die zich schaart rond
mijn tafels, de gangen zijn leeg en de eetzaal is

verlaten. Iedereen is te laat en twee van de groep raken zoek
tussen de vier verdiepingen en arriveren nooit.

Alleen mevrouw X. heeft zich volledig aangekleed. Het is
zomer tenslotte. Haar parelketting glanst tegen haar

bloesje en als je je ogen een beetje dichtknijpt, is ze helemaal
eenzelfde kleur als dat sieraad. Zelfs mevrouw Z.

geeft haar een compliment. De anderen lijken uitgeblust,
moe van alweer een tochtje, de warmte beu,

een beetje meewarig mij volgend door het boek heen, bocht
om en weer terug. Het is al tien over, zegt mevrouw T.

opeens en iedereen staat op, alsof ze zich plots herinneren
dat er elders nog een attractie is.