Mijn moeder vraagt naar mijn interviews en het is bijna
alsof ik mezelf de gesprekken herhaal zoals in

vroeger tijden de dag besproken werd terwijl ik in bad
lag, hardop en bij tijd en wijle het hoofd roder

vanwege de temperatuur, het water weer bijvullend en
zelfs de grapjes boven het schuim uit.

De behoefte chronologisch en tot in detail te zijn is gebleven.
Zij knikt. Ik stel haar zelfs voor aan de dichters,

zij doet alsof ze geïnteresseerd is, mijn koude mamma uit
het Noorden. Zo af en toe komt ze terug op

een heuglijk feit, flirt natuurlijk met de manlijke partij en
leest tussen de regels door. Zij is de kantlijn,

het bibberstreepje, het potlood, ogen toegeknepen en zeker
niet onder de indruk van vorm en rijm.