Ergens waar de kleine nog kleine heet, als jongste, als broertje van
de langste en de oudste, daar moet ik naar terug. Kleine

attenties als voetjes in de schoot, rode saus bij de spaghetti, uitleg
bij een enge film, proefdraaien in zijn nieuwste carrière.

Het eerste vriendinnetje, hand in hand vliegen, een tekening onder
mijn bord, een colablikjesring, een voortdurend

terugkomen in mijn dromen, het eiland dat hij zou zijn ergens in
een stille Zuidzee. Als ik daar dan ben moet ik nog

goed opletten dat ik hem niet kwijtraak, hem van de randen pluk
en meeneem. Maar de kleine is nu meters lang, heeft

zichzelf en haar een echte ring gekocht, is driedimensionaal en
levensecht in alle levels aanwezig, hoeft alleen nog

schoenen te kopen in de juiste kleur en misschien zijn bril recht
te zetten en niet meer te morsen met welk gerecht dan ook.