Ze lopen twee aan twee, zijn zonder uitzondering te zwaar,
onaantrekkelijk en in korte broek, dragen petten en

rugzakken en zijn ineens fan van degelijke smartlappen die
op zijn Amsterdams midden in deze provincie

schallen zo ter hoogte van onze Grote Kerk waarlangs hekken
met linten en bussen met rode kruizen hen

opvangen met blijkbaar oranje koeken, pleisters en veel water.
Ik moet daar toevallig langs en steek

demonstratief de vingers in mijn oren zoals ik later tijdens het
onweer doe, stamp nog wat, citeer Dylan, omtrekkende

bewegingen waarvoor geen prijsje is laat staan koek, wissel
mijn bibliotheekboeken en tref later een favoriet

schrijver aan op de kinderkopjes van mijn stad. Gelukkig
alleen op papier en veilig thuis en in stilte.

 

“Op zeker moment was ze weer naar Nederland teruggegaan – er stond een adres bij van haar in Alkmaar. Ik zocht het op in mijn groene Michelingids. De kaashoofdstad van Nederland. Een waag. Grachten, oude huizen en een museum. Ach, waarom ook niet, dacht ik.”

uit Elizabeth Finch, Julian Barnes, vertaald door Ronald Vlek, Atlas Contact 2022