Het klappen in de handen, ergens ver beneden mij, een
helder geluid, een dier dat langzaam naar het
einde van de straat sjokt, een liefdevolle aanmoediging,
frisse lucht door de open deur, een stad die
behalve deze drie slaapt. Een fluitje, het parkje in het
donker, een jas over het stenen beeld,
een rondje van niets. Een lijf dat zich bukken zal en de
vacht zal strelen, de hond zal optillen, de laatste
meters voor hem zal lopen, thuis de mand met het kapot
gevreten knuffeltje erin, een slaapversje overbodig.
Opgerolde vriendschap. Bij een tweede poging voegt zij
zich wellicht toe. De trappen dalend, een
vest met knopen, een hand aan de hals, de ogen nog half,
het beeld een grijze vlek met haar vermiste sjaal.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x