Het meisje van de vele vragen is allang vertrokken maar
ik mis nog steeds haar gretigheid, haar drukte,

mijn antwoorden. En hoewel er een nieuw meisje kwam,
de lange is charmant genoeg, en ook zij mij

haar boodschappen stuurt, haar cijferlijst, haar familie,
het jurkje in de paskamer, is er niemand die

hetzelfde wil weten als de eerste. Als ik de tafel rondkijk
waar mijn broers aan eten, binnengevallen als

hongerige kinderen tijdens een speelpauze, maar beleefd
en wachtend op hun beurt, wil ik ze horen:

wat doe ik nu precies, waarom, hoe lang al, hoeveel uur
kost dat dichten eigenlijk, is de wereld nu al

veroverd en door wie. Als eentje beweert dat je toch overal
kunt schrijven of altijd, kan ik niets verzinnen.