De figuren worden steeds scherper, zoals je in een droom
opeens de kleur oranje stopt en het gekriebel aan

je benen een reuze spin betreft die vanaf een grijze muur
zich om je heen slingert. Zo is hij nu

een echte leraar, met plastic mapjes bij mij op tafel waarin
mijn hoogtepunten vertegenwoordigd zijn, weet

ik nog dat? Hij heeft wat verzameld, zegt hij maar eigenlijk
test hij mij en vooral zichzelf. Vroeger tekende hij

grote cirkels waarin mijn doelstellingen bungelden, ik prikte
ze op de wand achter mij en keek niet om. Nu

zegt hij dat er veel bereikt is. Hij wil mijn hand pakken, hij
heeft bloemen mee, misschien denkt hij dat het

nu de tijd is om tot een eindconclusie te komen. Misschien
ben ik nu niet langer zwart maar licht roze.