Dat je rechtdoor liep en de achteruitgang nam en gewoon
oploste in een decor uit een film zoals die vrouw

die eerst nog naast haar man stond en toen opeens verdwenen
leek, hij treurig halverwege in zijn stoel zich

afvragend of er nog een kamertje was dat hij overgeslagen
had terwijl ik dacht aan het tengere figuurtje dat

door de ramen probeerde te kijken terwijl alles beslagen was,
hoe ze misschien wel een zijingang had ontdekt,

een nieuw vacuüm en bij al dat grijs en die druppels en dat
waaiende van de linten aan een overgang dacht

die misschien wel definitief was. Iets dat hij weer niet wist.
Haar mutsje was gebreid en had kinderlijke bobbels

en ze droeg een rugzakje waaruit plastic bloemen staken.
Ze deed niet aan Kerst maar kreeg de rol van engel.