Dertig gedichten, zegt hij, in een week. Daaraan ziet hij dat
hij verliefd is. Hij zwakt het wat af door te vertellen

dat ze allemaal rijmen. Alsof dat alles net iets minder serieus
maakt. Wel makkelijker te onthouden.

Toch moest hij ook hiervoor het vliegtuig in, bergen over,
urenlang chatten alvorens en turen naar een foto.

Nog een geluk dat hij zo lang is dat ze hem zondermeer herkende.
De langste eigenlijk van iedereen daar.

In januari gaan ze het vertellen. Nu weet ik natuurlijk al hoe
haar vader heet en dat hij de wenkbrauwen van

opa heeft. Hoe slim zij is en wat haar moeder denkt. Hoeveel
honden daar de boel bewaken. De kleur van

haar ogen. Belangrijker: wat hij voelt. Ook ik herken hem
meteen. Altijd. Overal. Alleen die honden….