Als ik niets schrijf, heb ik ook geen lezers. Dat zal u niets
verbazen, maar mij wel. Ik stel me speurders voor

die een jaar terug opzoeken, familieleden die op naam scrollen,
liefjes die met bonzend hart hun handelingen

menen te herkennen een honderd gedichten eerder en bazen
die zich herinnerden hoe ze mij verzochten toch

vooral zakelijk te blijven en nu wel eens willen zien of ik dat
opgevolgd heb. Vroeger had ik een handig

grafiekje dat in beeld bracht waar iedereen woonde, welke
firma er vertegenwoordigd werd of welke

intentie, tegenwoordig verschijnt er alleen een cijfer als pluim
van de juffrouw, een sticker in de kantlijn. Bij

afwezigheid van de letters neig ik tot vouwen van vliegtuigjes
terwijl u vergeet te bukken en niets van wind voelt.