Uur na uur dezelfde route: klein stukje rechtdoor, langs
de deurpost, rechtsaf, langs de muur tot de

volgende hoek, rechtsaf door de kier van de nog openstaande
deur, langs die deurpost, hurken, dezelfde weg

terug, neervlijend, dromend. Zonder meer de zorgen weer
oppakkend, de plannen, de bonte achtervolgingen

op een andere weg, de kinderen onder de ene arm, de rest
over de linkerschouder op de rug getild. Hijgend

in de nek de wereld. Beetje bij beetje de herkenningspunten:
het harde van de deurpost waarlangs je vingers zich

klemmen, het puntige van de muur waar je handpalm zich
tegen drukt, het botsen van de flank tegen de

deur, het door de knieën gaan voor onlogische volgordes
en ongewenste gedachten.