Ik lees de kop van een boek, ondersteboven in het voorbijgaan.
Dat het aan ons is, staat er allereerst en ik denk aan

het afschuiven van verantwoordelijkheid, loop terug, zie ‘de
kunstenaar’ staan en voel me allesbehalve.

Het heeft nog een stap terug nodig om ‘de wereld te redden’
en verdwijnt in het mandje boven op de stelling

dat discipline nodig is om het verval in lijf en geest tegen te
gaan. Geen gebrek aan discipline. Een

wereldveroveraar, geen verbeteraar. Een lezer reageert op het
versje van gist’ren, ‘mannen zijn dus dingen’.

Altijd dat gevoel dat ik iets moet rechtzetten dat ik vervolgens
niet doe. De natuurwet van verliezen. Het

veelal vrouwelijk schuldgevoel. De aangeboren weemoed. Het
omgekeerd hangen boven de ander.