Hij zegt dat hij hem regelmatig spreekt. Nou ja, telefonisch dan
maar het nummer kent hij niet. Ach, wie kent

tegenwoordig nu nog een nummer uit zijn hoofd? We schudden
wat. Er is geen nieuws eigenlijk. Na een korte

stilte zegt hij dat jij verhuisd bent. De verbouwingskosten vielen
tegen. Ik kijk naar buiten. Er hangen nog

rood, wit en blauwe ballonnen. Een sliert oranje vlaggetjes boven
verlaten stoelen, drie kinderzitjes van plastic in

lichtblauw. Er ligt vast nog een worstje op de barbecue. Hij zegt
dat hij wacht tot het droog is, dan gaat hij weer.

Oké, zeg ik. Je hebt het hartstikke leuk hier, zegt hij. Ik vroeg niets.
Ik zou eigenlijk zo wel, zegt hij verder, een avond hier

kunnen zitten slempen op het balkon. Zeker, zeg ik. Een kaarsje
erbij en dan de telefoon op stil en wat oerwoudgeluiden bij

al die rook.